“Ik bedoel: open zijn is goed, maar we hoeven niet alles te delen”, zegt ze vurig.

Mijn vriendin heeft het over de twee vrouwen in een yogales die onlangs spontaan aan de lesgever vertelden dat ze ongesteld waren. Tot groot ongemak van de mannen in de zaal, die meteen waren beginnen te schuifelen op hun mat. Alsof ze weg wilden kruipen.

Ik zit te luisteren, en voel aan mijn lijf dat ik het er iets is waar ik het niet mee eens ben. Ik denk aan mijn dochter en haar vriendinnen, en hoeveel makkelijker en opener zij daarover spreken naar elkaar toe en naar mij. Ik kreeg zelfs ooit eens een foto doorgestuurd vanuit het wc-hokje op school met de vraag of ik misschien kon bevestigen dat de vriendin voor het eerst ongesteld was? We kunnen veel zeggen over de jongere generatie, maar er zijn ook dingen die ze goed doen. Ik vind ze verdraagzamer naar elkaar toe op het vlak van seksuele geaardheid, uiterlijk én over dit soort dingen.

Een dag later lees ik de woorden van de altijd inspirerende Susan Smit in Happinez. Ze ziet het als haar missie om haar vinger op de zere plek te leggen in de spirituele wereld, wat haar niet altijd in dank afgenomen wordt. Maar, zo zegt ze: als er bij haar iets wringt, dan is dat vaak ook zo bij anderen. Ze beschouwt het als een groot geschenk dat ze dankzij haar liefde voor het woord haar bevindingen kan overbrengen aan anderen.

Ik denk terug aan het gesprek de dag voordien, en voel een pleidooi voor de vrouw opkomen. Zoals ik uiteindelijk ook reageerde tijdens het gesprek dat ik opving, denk ik dat we net wél naar een wereld moeten evolueren waarin vrouwen heel openlijk kunnen zeggen dat ze ongesteld zijn, zonder dat anderen daar spontaan van ineen duiken. Zodat er op een dag misschien meer steun en begrip is daarvoor. Of zoals een deelneemster aan de menoyoga onlangs vertelde: zij had haar zonen in alle openheid opgevoed over de maandelijkse cyclus van meisjes (en van zichzelf), en nu legde één van hen spontaan en empathisch zijn vriendin in de watten omdat ze ongesteld was.

Hoe mooi zou het zijn als onze dochters zichzelf niet meer hard moesten toespreken om toch maar door te zetten met de rug-, buik- of hoofdpijn door hun menstruatie? Om toch te zwemmen, toch te turnen, te doen alsof ze niet ongesteld zijn? Hoe mooi zou het zijn als een vrouw al van jongs af de toestemming kreeg om zacht te zijn voor zichzelf? Zouden we dan ook niet makkelijker zacht zijn voor onszelf op andere vlakken in ons leven, zoals ook in de (peri)menopauze? Hoeveel leed zouden we dan besparen? Waarom moeten we dit altijd wegstoppen? Is het niet gewoon een deel van de natuur dat ervoor zorgt dat er kinderen op de wereld komen? En heeft daar niet heel de wereld baat bij? Waarom moeten we dan doen alsof het iets zondig, vuil of vies is om je over te schamen?

Dit is dus een pleidooi voor de vrouw. Zodat ze zich kan uitspreken als ze ongesteld is, maar ook over perimenopauzale symptomen. Over het feit dat ze de ene dag wel energie heeft en de andere totaal niet. Over dat ze de ene dag de wereld aankan, en de andere compleet uitgeput in de zetel ligt. Over het feit dat ze de ene dag dolgelukkig is, en de andere zich afvraagt of ze misschien een burn-out of depressie heeft. Ik droom dat dit soort dingen gewoon benoembaar mag zijn voor iedereen. En dat er plek is om naar elkaar te luisteren. Zodat we niet meer hoeven te doen alsof we geen hormonaal aangestuurde wezens zijn. Want dat zijn we. Of je het nu benoemt of niet.

Pin It on Pinterest

Share This